'We zijn naar 't Kepelke geweest om een kaarsje op te steken.
'Ach wat lief, voor wie?'
'Voor PSV …
Ik had vroeger een neefje. Hij was mijn beste vriend en we woonden tegenover elkaar. Het was een rebel, maar geen stiekemerd. Hij was innemend en verlegen en het beste speelmaatje dat je je wensen kon.
Hij hield van voetbal. In ’88 waren we allebei 10 jaar en hadden wuppies, sjaals en toeters. Nederland verloor de eerste wedstrijd in de poule. Voor mijn neefje was dit niet te doen. Hij lag alleen te huilen in zijn bed.
Ik kon dat verdriet niet aan en ging een kaarsje aansteken thuis dat Oranje toch nog mocht winnen.
Ik had buikpijn tijdens het hele toernooi. Toen de finale gewonnen werd maakte hij uit blijdschap en baldadigheid een tuinstoel kapot. Zijn vader en moeder werden boos en hij moest naar zijn kamer. Hij weer huilen.
Ik ook.
Mijn oudste leeft ook helemaal voor het voetbal. Hij schrijft in vriendenboekjes dat zijn lievelingsspel, film en serie de ‘NOS app‘ op de I-pad is.
Hij kijkt de dvd ‘250 beste gaols uit de eredivisie 1997/1998‘ zo vaak dat ik ze terugzie in zijn bewegingen op zaterdagmorgen in de wedstrijd.
Hij heeft de club van zijn vader ook als favoriet en dat is enerzijds prachtig om te zien. Anderzijds wordt hij af en toe meegenomen in de spanning. De spanning voor een wedstrijd en al helemaal de spanning voor het kampioenschap.
Ik vind er het mijne van en kijk toe…
herstel… ik vind er het mijne van en laat dat op zo’n dag duidelijk merken tot ergernis van zijn vader die de spanning in de laatste 2 minuten zowiezo niet meer kan verdragen.
De ontlading is heftig en mijn oudste zoon wordt meegenomen in die heftigheid. Er worden shirts gepakt en de straat op gegaan. Alleen maar blijdschap!
Heel leuk en aandoenlijk allemaal, maar wat als dit net even anders was gegaan?
Daar kan ik lang over nadenken, maar het komt erop neer dat ik geen verdriet wil zien bij mijn kind omdat hij dat zielig vindt voor een ander of omdat hij zoveel van het spelletje houdt. Ik trek dat niet. Vroeger niet en nu dus ook niet.
Maar als ik dat niet wil en hem nooit laat voelen wat verliezen is, dan zal ik hem ook de euforie gaan ontnemen die je voelt bij de overwinning.
En dat is geen optie, niets is mooier als winnen in de sport, dat geef ik toe.
Wat sport en beleving betreft ben ik er even uit geweest, en dat beviel prima. lekker rustig. En nu moet ik opnieuw leren omgaan met verlies.
Lijdzaam toekijken als mijn zoon verdriet gaat hebben om een bal. Want dat dat gaat gebeuren is een feit. Hij zal nog 1000 keer gaan verliezen en gaan huilen en als hij op mij lijkt dan duurt de kater dan ongeveer een week.
En als je dan 3 weken op rij verliest ,dan weet je het wel ja….
Maar als je wint…..dan is alles mooi en wil je alleen nog maar meer winnen.
Morgen is er weer training.
Tijdens de huldiging op tv houdt de aanvoerder de schaal omhoog. Er zit precies 5 cm tussen de kampioensschaal en de ogen van mijn zoon. Dat wil hij ook als hij later bij PSV zit.
Het is een winnaar, dat weet ik. En hij neemt het verlies erbij omdat het onvermijdelijk samengaat, dat snapt hij. Maar hij heeft het nog nooit echt gevoeld.
In bed vraag ik aan hem hoe zijn dag was op een schaal van 0-10.
'Mamaaaaaa, wat een domme vraag…een 10 natuurlijk'
'Oh ja, zeker omdat ze kampioen zijn geworden'
'Ja, en omdat het moederdag was'
En ik realiseer me weer wat mij te doen staat; er achteraan hobbelen en opvangen indien nodig.