vijf minuten niet meer over burgers en burgerkracht, maar over de inrichting van de professionele wereld.
Zijn we zo gewend geraakt om burgers te benaderen via organisaties in ‘het maatschappelijk middenveld’ dat een gesprek over burgerkracht daar altijd uitkomt?
Smakeloos
Als ik ambtelijke notities lees, bekruipt me eenzelfde gevoel: de visie is helder, maar hoe dieper je in de uitwerking terechtkomt, hoe meer de visie verwatert. Ik lees over organisatorische kwesties en het verdelen van geld. Maar over de inbreng van de burgers of het faciliteren van burgerinitiatieven, lees ik weinig of niets. Ik noem het de tragiek van het theezakje. Hoe vaker het
gebruikt wordt, hoe minder smaak er overblijft:
De smaak van een heldere visie – plons - wordt al minder in het uitvoeringsprogramma – plons - is nauwelijks meer te vinden in beschikkingen – plons - en ontbreekt in de uiteindelijke uitvoeringsinstructies voor werkers. Wat begint met een visie over een andere verhouding tussen overheid en burger, eindigt bij wijkwerkers in buurtteams die gaan bepalen wat goed is voor de
burger.
Professionele dominantie in de wijk
Eén gezin, één plan is een loffelijk streven, maar wie maakt dat ene plan? Wie bepaalt wat passende zorg is? Geef mensen de kans om met hun netwerk een plan te maken en voer dat plan dan uit. Laat dat ene plan leidend zijn voor de zorg. Leg dat recht vast in de wet. Doe je dat niet, dan verandert er niets in de machtsverhouding tussen burger en professional en schuift de professionele dominantie gewoon de wijk in. Dichter bij de burger weliswaar, maar nog steeds te ver weg van regie en zeggenschap bij burgers. In het plons-proces wordt regie al snel verantwoordelijkheid, burgers worden cliënten en uitvoerders toch weer beslissers. Not my cup of tea.