Ik vroeg mij dat soort dingen vroeger ook al af en dus kan ik nu goede antwoorden geven denk ik. “Nou, dan kun je dus met elkaar afspreken dat je tegen bruin blauw zegt en dan ziet toch iedereen het zelfde” zeg ik overtuigend.
“Maar wat als het woord een andere kleur betekent? Dus dat ik bij blauw, bruin zie en jij bij blauw, geel ofzo.”
“Nou”.... zeg ik iets minder overtuigd van mezelf. “Dat kun je dan dus testen door allebei naar geel te kijken en dan aan mekaar te vragen welke kleur het is.”
“Nee mama want ik zie dan misschien geen geel maar oranje, en ik weet dan niet wanneer ik geel zie, zeg maar bij welke naam van een kleur”.
Afin... aan dit soort filosofie doen de middelste en ik in de auto. Als de middelste ten minste mag wanneer de oudste achterin wegdroomt in het stadion van Manchester City en de kleinste haar dag aan het overdenken is en half slapend haar knuffel knuffelt.
Rust... en tijd om te filosoferen, dat zijn spaarzame momenten hier.
Eerder die dag was er wat minder rust. Het meisje werd zingend wakker en als onze vrouwelijke versie van Tom Waits wakker is, dan is dat duidelijk het startschot van de dag. Dat zal bij andere meiden van bijna 2 ook wel zo ongeveer zijn ...
Ze staat dus 'aan' en begint, eenmaal beneden, haar dag met 10 setjes van 50 sprongen op de bank. Dan moet poppie in bad, poept poppie daarna nog even flink en moet poppie nog eens in bad. Poppie moet melk en gaat lekker slapen. “Slaap kindje slaap”, “in de maneschijn”, “ olifantje in het bos”, “ hoofd schouders knie en teen” en “nao ‘t zuuje” worden voor poppie gezongen en ze wordt met alle liefde in haar bedje gekwakt. Dekentje zoeken en ...ach... poppie wil niet slapen, ze wil wandelen, nee racen wil ze.. door de kamer...heel hard.
De jongens worden luid en duidelijk uitgezwaaid als ze naar school lopen en dat doet ze ook nog even voor de rest van de basisschool die voorbij komt lopen en haar voor het raam ziet staan.
Er zit nog weinig finesse en nuance in mijn dochter.
Ze rent ze de trap op, want dan gaan we terug naar boven. Springen. Op het bed.
Ze rolt mijn hele douchemoment over het bed heen en springt nog steeds als ik haar tanden poets.
Wanneer ik onder luid gejuich (“yess yess yessss”), afspraken probeer te maken over haar 'ongeleide projectielen gedrag' in de supermarkt waar we zometeen heen gaan knikt ze braaf en instemmend. Ik weet, ik kan haar vastzetten in een grote kar, maar ik heb vandaag de tijd dus gaan we met z’n tweetjes de uitdaging weer aan.
Eenmaal in de Appie pakken we beiden een eigen kar. Ik een grote, zij een kleine, met vlag. Zodat we haar terug kunnen vinden als ze onder de wc rollen bedolven ligt, denk ik altijd als ik dat vlaggetje zie.
Maar goed....Het vanzelf opengaande poortje door en dan...zoef... mevrouw zet standje turbo in en is er als een speer vandoor. Ze vliegt met haar kar bijna uit de bocht en ze is in een mum van tijd uit mijn zicht verdwenen. Wist ik...maar toch. Ik ga even niet achter haar aan en hoop dat ze terug komt, uit zichzelf. Zij dus niet, wel een bezorgde mevrouw, een zorgzame meneer en de voetbaltrainer van mijn zoon die allemaal even vriendelijk doch dringend verzoekend mij komen mededelen waar ze ergens in de winkel uithangt. Ik bedank ze en het lijkt heel even of ik in een aflevering van jachtseizoen zit.
Eenmaal gevonden leggen we 9 van de 10 producten uit haar karretje weer terug en mag ze er eentje houden. Meestal de speculaasjes. Wij vinden daar namelijk allebei van dat je van speculaasjes nooit teveel in huis kunt hebben.
Afin...
Meteen even door een kinderfeestkado kopen voor de vriend van mijn oudste zoon. Die wil iets van pokemon dus moeten we heel die winkel door, want pokemon hebben ze achterdoor verstopt.
En ja hoor, een voet over de drempel en speedy is er vandoor. Alle poppen worden uit het schap gesleurd en met liefde op de grond gegooid.
Als ik dan naast haar sta begint ze lief te lachen en te vertellen dat dat poppies zijn...die we vervolgens maar weer allemaal even terugleggen. Het gaat dan goed totdat ik aan het afrekenen ben. Mini-me heeft in “a split second” het rek met ballen ontdekt bij de deuropening ...........en ik sta ze vervolgens alle 23 op te rapen ...buiten de winkel...op straat , wederom met dank aan enkele passanten.
Twee dagen later sta ik met dochterlief in de bouwmarkt. Waarom in godsnaam neem je haar mee? Ach, een beetje “living on the edge” daar hou ik wel van.
De deuren openen zich en ze gaat zitten. Oh, fijn, denk ik even, de volhouder wint.
Maar dan zie ik dat ze haar schoenen uittrekt en even over de gladde linoleumvloer strijkt met haar handje. “Dit is de perfecte vloer voor de 200 meter sprint” zie ik haar denken en weg is Dafne Schippers junior.
Ook hier hebben andere oplettende mensen haar voorbij zien schieten en vragen zich af waar de ouder is die meestal wel nabij is. Ik roep en zwaai van ver dat ik eraan kom en wanneer ik haar 3 gangen verderop bij de grote emmers tex zie staan is zij al een poging aan het wagen om deze loodzware bakken open te trekken. “Klei, klei! Roept ze enthousiast.....
“Dat is verf” zeg ik. En ik neem haar onder mijn arm mee naar de kassa. Ik besluit het op te geven en zeg tegen de kassajuf dat ik nog wel een andere keer terug kom zonder kind. Beter voor iedereen.
Maar een leuke meneer zet haar op een grote kar die ik verder duw en ze blijft daar de rest van de tijd heerlijk op zitten. Als het maar beweegt....
En ik koop een tafeltje.
Als ze slaapt zit ik savonds nog met haar broertjes te chillen...lekker rustig. Ze hebben een nieuw liedje , gehoord van youtube ; “Je zusje smaakt lekker....tussen m‘n boterham.....”
(Help)
Ze zeggen wel eens ...It takes a village to raise a child,
Nou ik heb soms een stad nodig mensen!