Het leek serieus op een laatste avondmaal want ze hadden die dag gespeeld of hun leven er vanaf hing. Morgen wordt alles anders, je zag het aan hun gezichten. Of, tenminste, ik zag het, of ik meende het te zien, misschien wilde ik het gewoon zien , kan ook.
We hadden een fantastische vakantie achter de rug en ze hebben 6 weken kunnen spelen,spelen spelen en spelen.
Met ons, met andere kinderen , met andere kinderen uit andere landen, uit andere streken en culturen op verschillende plekken.
Daar groeien kinderen van , ik zag het aan de lange broek op de eerste regendag.
We deden nog een spel en ik bracht ze naar bed. Ergens wist ik zeker dat het nog ging komen, het besef dat het morgen zover is. Ergens had ik
gedacht dat dat al gebeurd zou zijn, maar mijn jongens zijn met veel dingen van op het laatste moment, dus nu ook… dacht ik.
‘En schat, wat gaan we morgen eens doen?’ vroeg ik “quasi nonchalant…'
‘ Morgen ga ik naar school, dat weet je toch.’
‘ Ja, was ik even vergeten.’
‘ Ik niet.'
' Heb je er zin in?
’ Ja en nee.'
‘ Huh? dat moet je even uitleggen.'
‘ Ik vind het leuk en niet leuk.”
' Wat is er dan leuk aan?
' Dat ik weer naar school ga.'
‘ En niet leuk?'
‘ Dat de vakantie voorbij is.'
' Ja, snap ik.'
' Dus je vindt het leuk en niet leuk tegelijk?'
' Nee, ik vind het gewoon.'
'Gewoon? Hoezo gewoon?'
'Gewoon, ik kan dat toch niet kiezen mama…'
' Ja schat, het is nou eenmaal zo hé.'
' Maar mama, wanneer is de wintervakantie? …
Een lesje 'Onvermijdelijkheid' voor mij en voor mijn kinderen. Je kunt erover zeuren of nadenken, maar is het gewoon zo.
Die ga ik morgen gebruiken als we spinazie eten ...