Talenti a Casa
077 - 354 23 45
  • Coronavirus
  • Welkom
  • Vrijblijvend intakegesprek
  • Wat
    • Onderzoek, advies begeleiding en behandeling
    • Hoogbegaafdheid
    • Wonen & Logeren
    • Omgaan met Verlies & Rouw
  • Wachttijden en verwijzing
  • Wie
    • Anniek Houben-Wolbertus; Directeur, Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP, aandachtsgebied Hoogbegaafdheid
    • Elise Arends; Orthopedagoog (i.o. tot Orthopedagoog-Generalist)
    • Conny Saris; Orthopedagoog
    • Mireille Cheung-van Moerkerk; Orthopedagoog
    • Tamara Jans; Toegepast psycholoog
    • Marieke van Bree; Psychotherapeut
    • Maud Simons; Psycholoog NIP
    • Yvon Smeets-Oirbans; Pedagogisch Consulent
    • Eefke van Rensch-Schreurs; GZ-Psycholoog
    • Marijn Geurts; Rouwdeskundige & Orthopedagoog
    • Eefke Custers; Orthopedagoog-Generalist
    • Sanne Houwers; Therapeut Opvoeding & Ontwikkeling
    • Susanne Valckx-Rutten; Studiebegeleider
  • Waar
    • Welljezelf - Wonen & Logeren
  • Heb ik dat?
    • Heb ik dat? ADHD
    • Heb ik dat? ADD
    • Heb ik dat? Asperger
    • Heb ik dat? Angst
    • Heb ik dat? Tics
    • Heb ik dat? Dwangstoornis
    • Heb ik dat? Depressie
    • Heb ik dat? Trauma
    • Heb ik dat? Kindermishandeling
    • Heb ik dat? Autisme
    • Heb ik dat? Eetstoornis
    • Heb ik dat? Gedragsstoornis
  • Interviews & Filmpjes
  • Wat zeggen onze klanten
  • Blog
  • Kosten & Informatie
  • Bambini a Casa
  • Nieuws & Agenda
  • Externe samenwerkingspartners

Obstipatie op kinderleeftijd? Goede resultaten door kinderbekkenfysiotherapie!

30/9/2013

0 Reacties

 
Fysiotherapie is een van de mogelijkheden om kinderen met obstipatie te behandelen. Ontlastingsproblematiek op basis van obstipatie komt bij kinderen veel voor. Deze problematiek wordt gekenmerkt door pijnlijke, harde en onregelmatige defecatie, vaak in combinatie met fecale incontinentie (onvrijwillig verlies van ontlasting) en buikpijn. Jaarlijks presenteren zich per huisartsenpraktijk twaalf tot vijftien kinderen (in de leeftijdscategorie 0-17 jaar) met ontlastingsklachten. Bij veertig procent van de kinderen ontstaan deze klachten al in het eerste levensjaar en is sprake van een toename van de ernst van de obstipatie naarmate deze langer aanhoudt.

Obstipatie kan optreden door een abnormale functie van de dikke darm, de endeldarm, de sluitspieren en de buik- en bekkenbodemspieren, door de wil van het kind en door omgevingsfactoren, ook wel functionele obstipatie genoemd (bij meer dan negentig procent van de kinderen). De oorzaak van functionele obstipatie is grotendeels onbekend. Overgang van borstvoeding naar flesvoeding en overgang van vloeibare voeding naar vaste voeding kunnen aanleiding zijn voor het ontstaan van obstipatie. Ook wordt aangenomen dat de zindelijkheidstraining een kritische periode is. In deze periode leert het kind de ontlasting bewust op te houden.

Ophoudgedrag
Langdurig ophoudgedrag leidt tot ophoping van ontlasting en uitzetting van de endeldarm. Hierdoor verdwijnt het aandranggevoel en neemt de spanning in de bekkenbodemspieren toe. De defecatie wordt moeilijker en pijnlijke passage van harde ontlasting doet de weerstand tegen en de angst voor defecatie verder toenemen. Deze vicieuze cirkel leidt uiteindelijk tot het verlies van aandranggevoel en van controle over de sluit-  en bekkenbodemspieren, waardoor overloopdiarree kan ontstaan. Dit is ontlastingsverlies waarbij de dunne ontlasting langs de ingedikte ontlasting sijpelt die in de endeldarm aanwezig is. Voor kinderen zijn er verschillende
redenen defecatie uit te stellen, zoals pijnlijke harde ontlasting, zich geen tijd gunnen, nog even niet naar het toilet mogen tijdens de les, vuile of gehorige toiletten op school of weigeren een vreemd toilet te gebruiken. Ook het niet zelf kunnen afvegen of een stressvolle gebeurtenis kan leiden tot uitstelgedrag. Door druk van de uitgezette endeldarm op de blaas ziet men bij deze kinderen vaak ook urine-incontinentie overdag optreden. Ongeveer dertig procent van de kinderen heeft naast symptomen van functionele obstipatie ook klachten van urine-incontinentie, blaasontstekingen of andere lagere-urinewegsymptomen. De behandeling van obstipatie leidt vaak tot een verbetering van deze klachten.

Gedragsveranderingen
Functionele obstipatie heeft een grote impact op het leven van het kind en op het gezin. Bij veertig procent van de kinderen worden gedragsveranderingen zoals eetproblemen, schoolverzuim,  gezinsproblematiek, sociaal isolement, concentratieproblemen en depressiviteit gezien. Bij ongeveer een kwart van de kinderen persisteert de obstipatie tot op volwassen leeftijd. Dit resulteert in een vermindering van kwaliteit van leven. Deze gedragsveranderingen kunnen verdwijnen wanneer de behandeling succesvol verloopt. Fecale incontinentie en functionele obstipatie komen ook voor bij kinderen die slachtoffer zijn van seksueel misbruik en/of  kindermishandeling. Men dient hier te allen tijde alert op te zijn.

Kinderbekkenfysiotherapie
Diverse disciplines zijn betrokken bij de behandeling van functionele obstipatie. Zo kan ook een beroep worden gedaan op een fysiotherapeut vanwege de betrokkenheid van de buik- en  bekkenbodemspieren en de sluitspieren bij het ontstaan en voortbestaan van obstipatie. Kinderbekkenfysiotherapie staat voor de fysiotherapeutische zorg verleend aan kinderen met plas- en poepproblemen, buikpijnklachten, enuresis (bedplassen) en recidiverende urineweginfecties. Zowel geregistreerde kinderfysiotherapeuten als geregistreerde bekkenfysiotherapeuten, beiden met  aanvullende scholing, zijn in staat kinderen met problemen op dit gebied te behandelen. De behandeling door de kinderbekkenfysiotherapeut geschiedt vrijwel altijd op verwijzing van huisarts, kinderarts of andere specialist. Daarnaast is de fysiotherapeut direct toegankelijk, dat wil zeggen dat men zonder verwijzing een fysiotherapeut kan raadplegen. De fysiotherapeut zal echter in  alle gevallen, na overleg met ouders, de huisarts benaderen voor overleg. Indien de huisarts dat nodig acht, zal aanvullende diagnostiek worden verricht.

Het onderzoek

De kinderbekkenfysiotherapeut voert zelfstandig een onderzoek uit met als doel te achterhalen waarom het kind zich presenteert met deze klacht in al zijn facetten om zo de beste therapeutische optie te kunnen bieden. Het onderzoek bestaat uit het afnemen van een  uitgebreide anamnese waarin de ontwikkeling van het kind wordt uitgevraagd evenals de ontwikkeling van de zindelijkheid, en een uitgebreide medische anamnese. Daarnaast worden vragen gesteld over het toiletgedrag. Om een compleet beeld te krijgen, worden ook vragen gesteld over persoonlijke factoren (school, sport, vriendjes en vriendinnen) en omgevingsfactoren (gezin,  echtscheiding, overlijden), de kwaliteit van leven en de invloed van de klachten op het kind en het gezin. Deze vragen zijn van belang om te kunnen beoordelen of het een geschikt moment is om een behandeling te kunnen starten en of het inschakelen van een gedragsdeskundige nodig is. Aan de hand van plas- en poepdagboeken evenals vocht- en vezellijsten, die thuis moeten worden ingevuld, wordt een indruk verkregen van bestaande gewoonten en structuur op het gebied van eten, drinken, plassen en ontlasten, reactie op aandrang, aanwezigheid van pijn en eventueel verlies van urine of ontlasting. Naast een algemeen lichamelijk onderzoek waarbij goed wordt gekeken naar de motorische  basisvaardigheden, wordt speciaal onderzoek uitgevoerd gericht op het beoordelen van de ademhaling, rompstabiliteit, buikspieren en bekkenbodemspieren. Spierspanning, coördinatie, kracht en timing en bewustwording van het lichaam zijn belangrijke vaardigheden waar een kind over moet beschikken om zindelijk te kunnen zijn en blijven. Na het onderzoek zullen in samenspraak met kind, ouders en eventueel verwijzer de resultaten worden besproken en zal een
behandelplan worden opgesteld.

De behandeling
Een belangrijk onderdeel van de behandeling bestaat uit het geven van voorlichting en adviezen wat betreft een goed drink- en eetpatroon en adequaat toiletgedrag. Vooral uitleg en het  wegnemen van eventuele schuldgevoelens zijn van belang. Ouders en kinderen moeten weten hoe obstipatie kan ontstaan en dat functionele obstipatie een van de belangrijkste oorzaken is van ontlastingsproblematiek op kinderleeftijd, dat het onschadelijk en bij goede therapietrouw te genezen is. Als sprake is van ontlastingsverlies, is het van belang om uit te leggen dat dit veelal het gevolg is van overloopincontinentie en niet van eigenzinnig of opstandig gedrag.
Kinderbekkenfysiotherapie richt zich op toilettraining, het aanleren van een juiste toilethouding en juist toiletgedrag zonder vermijden of uitstel en wordt in de praktijk geoefend. Een juiste perstechniek wordt aangeleerd; hard en veelvuldig persgedrag moet worden voorkomen. Het trainen van de bewustwording en bewustzijn van het lichaam is van belang. Zonder deze vaardigheden is een kind niet in staat signalen vanuit blaas, darmen en bekkenbodem te voelen en daar op een adequate manier op te reageren. Het goed en volledig kunnen ontspannen, een ontspannen ademhaling, een goede rompstabiliteit en beweeglijkheid en een goede functie van de bekkenbodemspieren zijn eveneens voorwaarden voor het zindelijk worden en blijven. De oefentherapie zal in combinatie met alle adviezen thuis in praktijk gebracht moeten worden. Alle
oefeningen worden aangeboden op een kindvriendelijke manier, rekening houdend met leeftijd, motorische vaardigheden en cognitie.

Speciale fysiotherapeutische behandelopties
Myofeedback is een vorm van feedback waarbij met behulp van een meting de activiteit van de  bekkenbodemspieren zichtbaar en hoorbaar wordt gemaakt. Dit kan zowel uitwendig als inwendig (alleen door geregistreerde bekkenfysiotherapeuten) gebeuren. Het kind doet als het ware een computerspelletje met zijn billen waarbij hij zich bewust wordt van spanning, ontspanning en activiteit van de bekkenbodemspieren in verschillende houdingen en bij verschillende activiteiten. Deze behandeling zal op een rustige manier worden uitgevoerd en alleen als ouders en kind daarmee akkoord gaan. Naast het meten van spieractiviteit kan met behulp van electrostimulatie ook een spier geprikkeld of geactiveerd worden. Dit kan nodig zijn als kinderen niet meer weten hoe bekkenbodem- of sluitspieren werken. Ook kan getraind worden met een speciale rectale ballon die in de endeldarm gebracht  kan worden (alleen door geregistreerde bekkenfysiotherapeuten). Deze ballon wordt gebruikt om aandranggevoel en de reactie op aandrang te trainen of om informatie te krijgen over de gevoeligheid en rekbaarheid van de endeldarm. Er  wordt ook gekeken naar de reactie van de bekkenbodemspieren op aandrang.

Tot slot
Het beste resultaat met de behandeling wordt behaald wanneer een kind spelenderwijs de vaardigheden oefent en blijft oefenen. Behoud van de aangeleerde vaardigheden is essentieel, aangezien veel kinderen terugvallen in oude patronen. Ouders moeten worden aangemoedigd een positieve en ondersteunende houding aan te nemen. Langdurig gebruik van laxeermiddelen kan  nodig zijn. Het is van belang dat de ontlasting zacht blijft, zodat het voor het  kind mogelijk blijft om regelmatig en pijnloos te ontlasten. Leerkrachten en begeleiders van buitenschoolse opvang worden benaderd om de begeleiding te ondersteunen en de kinderen te helpen de gegeven adviezen uit te voeren. Uiteindelijk zal het kind in staat zijn zelf zorg te dragen voor schone broeken. Een goede motivatie van het kind maar ook van de ouders is essentieel om dit (vaak langdurige) traject vol te houden. Om terugval te voorkomen, zal gebruik worden gemaakt van terugkomafspraken en bel-/mailcontact.

Casus Mark
Mark is een jongen van 11 jaar die sinds hij zindelijk is obstipatieklachten heeft. Hij heeft vaak pijnlijke harde ontlasting. Uiteindelijk blijkt een hoge dosis laxeermiddel noodzakelijk om  regelmatig normale ontlasting te krijgen. Ondanks dat de ontlasting nu regelmatig komt, heeft hij dagelijks ontlastingsverlies, variërend van kleine tot grote hoeveelheden. Mark schaamt zich enorm. Hij heeft er alles voor over om van deze klacht af te komen. Hij heeft veel vrienden, voetbalt drie keer per week en gaat graag naar school. Zijn ouders ondersteunen hem op een positieve manier.

Onderzoek
Mark stelt het naar de wc gaan uit. Hij gaat niet graag op school naar het toilet. Die zijn vies en stinken. Bij onderzoek blijkt dat bij Mark sprake is van matige rompstabiliteit en zwakke buikspieren. De anus staat een beetje open. De spanning in de binnenste kringspier is erg laag. Hij heeft nauwelijks controle over de uitwendige sluitspier. De spanning in de diepe bekkenbodemspier (ophoudspier) is sterk verhoogd, en bij aanraken is de spier pijnlijk. Mark heeft geen idee hoe hij goed moet persen. Het aandranggevoel is verstoord. Hij voelt ontlasting niet aankomen.

Behandeling
Met behulp van toilettraining, met aandacht voor de juiste houding, juiste perstechniek en niet uitstellen, blijkt het verlies van ontlasting al te verminderen. De oefeningen gericht op het  verbeteren van de rompstabiliteit en van de functie van de buikspieren alsmede de algemene ontspannings- en ademhalingsoefeningen verbeteren het lichaamsgevoel en de lichaamscontrole. Mark kan aandrang beter waarnemen. Hij oefent thuis zeer trouw. De functie van de bekkenbodemspieren verbetert echter nauwelijks. Met  behulp van inwendige functionele electrostimulatie (spierprikkelen van de bekkenbodemspieren) en rectale ballontraining zijn de functie van de  bekkenbodemspieren en het aandranggevoel zodanig verbeterd dat Mark volledige controle over de ontlasting heeft teruggekregen. Na drie maanden fysiotherapie is hij volledig klachtenvrij.


Dit artikel is gepubliceerd in het magazine Kinderwijz mei/juni 2012 Tekst: Netty Bluyssen

0 Reacties

De zorgen van een ouder

26/9/2013

0 Reacties

 
Op 23 september 2013 schreef Sanne-Lot van Ulzen een pakkende blog die gepubliceerd staat op de website van het Nederlands Jeugd Instituut. Graag deel ik haar blog hier met jullie.

Als ouder -en als ontwikkelaar van Blogboek- maak ik me zorgen over het verloop van de transitie jeugdzorg. Niet zozeer over de inhoud, want oh wat zou het fijn zijn als er weer eens naar mij geluisterd wordt en geaccepteerd wordt dat ik ook wat kan. Dat niet alleen gezegd wordt dat ‘de ouder nou eenmaal haar eigen kind het beste kent’, maar ook daarnaar gehandeld wordt, vanuit vertrouwen en acceptatie. En toch maak ik mij zorgen. En wel over 2 dingen.

Eigen kracht wordt het toverwoord. Containerbegrip waarachter iedereen zich verschanst als het goed uitkomt. Maar als ik vraag wat dat dan is, die eigen kracht, hoeveel mensen het hebben, hoe de eigen kracht aangesproken wordt, wat het resultaat is, dan krijg ik geen reactie. Ik hoor niet hoe je erachter komt of iemand eigen kracht heeft, of diegene dat dan elke dag heeft, of je kunt
doorschieten naar te veel eigen kracht (zorgmijdend?) en of je ook een beetje eigen kracht kunt hebben, hoe dat ontwikkeld wordt. Het lijkt wel alsof opeens iedereen eigen kracht heeft, kwestie van ‘aanzetten’ en hoeps, alles is opgelost. Een zorgenpunt. Volgens mij werkt het zo niet. Dat moet uit proeftuinen blijken.

En dat brengt me bij het tweede punt. De uitvoering. Gemeentes en organisaties zijn nu 2 jaar bezig met visievorming. Best veilig. Als je zegt ‘we gaan samenwerken’, dan vindt iedereen dat prachtig. Maar wanneer men over gaat op uitvoering, dan gaat de echte discussie plaatsvinden. Want als je gaat samenwerken, dan komen ook de tegengestelde belangen boven. Of mensen drukken hun snor en moeten aangesproken worden op hun gedrag. Of er is discussie over het proces (van digitaal tot vergaderen). Er zijn vele beren op de samenwerkingsweg te vinden. Proeftuinen zijn dus nodig. En dan niet van die kleine experimentjes met 5 gezinnen, want
daar kun je geen beleid op bepalen. Meerdere organisaties, ieder met 20 tot 30 gezinnen aan de slag, een nul- en een een eindmeting waarin gekeken wordt wat het concrete resultaat is: hoeveel korter is een behandeling, hoeveel uren zijn er bespaard bij gelijk resultaat, wat vindt de cliënt zelf van het traject, wat zijn mogelijk vereiste competenties van een hulpverlener om de eigen kracht te stimuleren, er zijn vele aspecten die gemeten kunnen worden. Maar begin eens. De  proeftuinen die ik zie (bijvoorbeeld wijkgericht werken) zijn gevoelsmatig prachtig en hartstikke logisch, maar wat zijn nou de concrete resultaten?

Nog een jaar, voordat de financiering van de zorg voor mijn zoon naar de gemeente overgeheveld wordt. Het is angstvallig stil. Mijn zoon heeft één groot geluk. Zijn moeder heeft de kracht van een leeuwin en zorgt ervoor dat het hem goed gaat. Maar soms heeft ze die kracht even niet. En dan maakt ze zich zorgen. Over de transitie.

0 Reacties

NIEUWS; geregistreerd kinderfysiotherapeut in huis bij Talenti a Casa

23/9/2013

1 Reactie

 
Carlien Martens heeft een praktijk voor Fysiotherapie gericht op begeleiding van kinderen en jong volwassenen in hun ontwikkeling.

Kinderfysiotherapie is een  erkend specialisme binnen de fysiotherapie en is gericht op het motorisch (bewegend) functioneren van baby's, peuters en schoolgaande kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. De meeste kinderen ontwikkelen hun zintuigen en motoriek spelenderwijs op een natuurlijke manier. Bij sommige kinderen is ondersteuning gewenst, omdat de ontwikkeling van de motoriek langzamer of afwijkend verloopt. Hierdoor kan het kind moeite hebben om mee te doen met leeftijdsgenootjes tijdens bijvoorbeeld het buitenspelen, het sporten, de gymnastiekles of het schrijven. Kinderfysiotherapie kan deze kinderen helpen zich zo goed mogelijk te ontwikkelen en daardoor ook een positieve bijdrage leveren aan het zelfbeeld van het
kind.

Kinderbekkenfysiotherapie is gespecialiseerde fysiotherapie in het gebied van buik, bekken en bekkenbodem bij kinderen. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan kinderen met poep- en plasproblemen en buikpijn. Kinderbekkenfysiotherapie is een aanvullende post-HBO opleiding van
een jaar voor geregistreerde kinderfysiotherapeuten en/of bekkenfysiotherapeuten. De kinderbekkenfysiotherapeut is opgeleid om het kind op speelse wijze te leren waarnemen waar de bekkenbodemspieren zich  bevinden en hoe het kind daarover controle kan krijgen.

Wij werken samen in de multidisciplinaire praktijk voor 0e en 1e lijns zorg voor kinderen en jongeren. Vanaf november 2013 zijn we aan de slag in huis bij Talenti a casa aan de Deken
van Oppensingel 61A in Venlo.
1 Reactie

Werk in uitvoering

10/9/2013

0 Reacties

 
Foto

Onze 'huiskamer' in het nieuwe pand zit al mooi in de verf. Stap voor stap op weg naar de verhuizing van Talenti a Casa!

0 Reacties

Nuova Casa

1/9/2013

0 Reacties

 

We gaan met Bambini a Casa en Talenti a Casa naar een mooie, nieuwe plek nabij het centrum van Venlo.

Vanaf september (nu!) gaan we daar flink aan het werk! Wanneer we klaar zijn voor de verhuizing? Wordt vervolgd ...

Foto
0 Reacties

    Archives

    Augustus 2020
    November 2019
    Juli 2019
    April 2019
    Augustus 2018
    Maart 2018
    Januari 2018
    Oktober 2017
    Augustus 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    Maart 2017
    Januari 2017
    Oktober 2016
    September 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    Mei 2016
    Februari 2016
    Januari 2016
    November 2015
    Oktober 2015
    September 2015
    Augustus 2015
    Juli 2015
    Juni 2015
    Mei 2015
    April 2015
    Maart 2015
    Februari 2015
    Januari 2015
    December 2014
    November 2014
    Oktober 2014
    September 2014
    Juni 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    December 2013
    November 2013
    Oktober 2013
    September 2013
    Augustus 2013
    Juli 2013
    Juni 2013
    Mei 2013
    April 2013
    Maart 2013
    Februari 2013
    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Februari 2012

    Categories

    Alles

    RSS-feed

    Foto
Foto
Met PASSIE, in HARMONIE en EERLIJK werken wij
PERSOONLIJK en DAADKRACHTIG aan het beste voor ieder kind!
 

KvK-nummer 12 05 60 20